In Nederland kan iedereen naar school en hoeft niemand honger te lijden. Toch leven in ons land bijna 600.000 huishoudens in armoede. Volgens het eerste Duurzame Ontwikkelingsdoel moet dit aantal in 2030 minstens gehalveerd zijn. Marjolijn van Gerven, coördinator van de SDG 1 Alliantie, staat voor de uitdagende taak dit voor elkaar te krijgen. Maar waar begin je? Joline Heusinkveld vroeg Van Gerven naar haar plan van aanpak.

foto Marjolijn Hugo

Hugo von Meijenfeldt en Marjolijn van Gerven

De ontmoeting is op het station van Rotterdam, de thuisstad van Van Gerven. Snel een kop koffie, want sinds ze in maart als nationaal coördinator SDG 1 actief is, is er weinig tijd om stil te zitten. Van de SDGs had ze tot de ontmoeting met SDG coördinator Hugo von Meijenfeldt vorig jaar eigenlijk nog nooit gehoord. Maar armoede is in haar loopbaan een terugkerend thema. Van Gerven: “Ik had Hugo von Meijenfeldt benaderd voor een ontmoeting, nadat ik een beetje bekend was geraakt met de SDGs. Ik wilde graag weten welke activiteiten al werden ondernomen rondom SDG 1.

“Ik ben begonnen bij het Leger des Heils,” vertelt Van Gerven. “Hier ben ik alle vormen van kwetsbaarheid tegengekomen: van dak- en thuislozen, jongeren en ouderen die zorg nodig hebben tot ongeneeslijk zieken. In deze baan heb ik geleerd wat een mens kan overkomen en wat er dan in Nederland wel of niet voor je geregeld is.” Hoewel er al veel is voor kwetsbare groepen in onze samenleving, is er ruimte voor verbetering, vindt Van Gerven. Dit vergt een vernieuwde aanpak.

Erkenning

Armoede is volgens Van Gerven in Nederland nog steeds een onderkend probleem. We wonen immers in een welvarend land en iedereen heeft in principe een dak boven zijn hoofd. Extreme armoede zoals dat in de SDG agenda omschreven wordt, kennen we niet of weinig.

Toch leven in Nederland volgens cijfers van het CBS bijna 600.000 huishoudens onder de nationale armoedegrens. “We hebben heel lang gezegd dat armoede een gebrek is aan inkomen, maar het is veel breder dan dat,” legt Van Gerven uit. “Armoede veroorzaakt langdurige stress, wat weer kan leiden tot angsten, depressies, agressiviteit en zelfs afname in intelligentie. Mensen raken ook sociaal geïsoleerd. Allemaal redenen waarom het moeilijk is uit de armoedecyclus te breken. Kinderen krijgen dit vaak mee. Intergenerationele armoede, oftewel armoede die overgaat van generatie op generatie, is dan ook een groot probleem.”

Rol van de alliantie

Zicht krijgen op bijdragen die armoede (kunnen) halveren, is een van de belangrijkste taken waar Van Gerven zich als SDG 1 coördinator komend jaar mee bezig gaat houden. De verhalen van mensen die zelf in armoede leven, maar ook voorbeelden over wat er tot nu toe al gebeurt op het gebied van armoedebestrijding. Samen met een alliantie van ongeveer twintig partners uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheid en maatschappelijk middenveld, brengt ze in kaart welke kennis er al is, wat werkt en waar kan worden samengewerkt. De belangrijkste inzichten worden vertaald naar een actiegerichte SDG 1 agenda. Dit actieplan wil Van Gerven gaan toepassen op een groot stedelijk gebied. Vanuit daar werkt ze weer verder. “Ik wil voorkomen dat we iets nieuws gaan ontwikkelen. We kunnen ons beter richten op het verbinden en opschalen van bestaande, goede initiatieven.”

Goede initiatieven zijn er genoeg. Van Gerven noemt als voorbeeld Mama Taxi in Rotterdam. Een sociale onderneming die vrouwen met een migratieachtergrond en afstand tot de arbeidsmarkt opleidt tot privéchauffeurs. Ook grote(re) bedrijven hebben een belangrijke rol te spelen in het oplossen van het armoedevraagstuk. “De groep werkende armen neemt toe”, vertelt Van Gerven. “Zij blijven buiten het zicht van de overheid. Als er beslag wordt gelegd op het loon van een werknemer, moet je als werkgever alert zijn en het gesprek durven aangaan.” Dit is bijvoorbeeld onderwerp van gesprek in de Moedige Dialoog, een initiatief van de Rabobank en Sociaal Werk Nederland.

Investeren in jongeren

Wat Van Gerven wil voorkomen, is dat de SDG 1 alliantie een “abstracte praatclub” wordt. Daarom bezoekt ze, samen met theatermaker Archell Thompson, basisscholen en middelbare scholen om het onderwerp armoede ook daar op een laagdrempelige manier bespreekbaar te maken. Van Gerven: “Ik vind het heel belangrijk dat we de mensen om wie het gaat, een stem geven in deze agenda. Dit is een fundamenteel mensenrecht. Jongeren zijn van belang, omdat we juist die intergenerationele armoede willen doorbreken. Dit is niet makkelijk, want er komt veel bij kijken. Laatst was ik op een praktijkschool waar zeventig procent van de leerlingen mantelzorger is. Hierdoor verschijnen ze bijvoorbeeld vaak te laat op stage. Juist in deze jongeren moeten we veel meer investeren.”

“Pas als we armoede tackelen, komen de andere doelen binnen bereik,” zegt Van Gerven stellig. “Zo niet, dan blijft er in het streven naar de andere SDGs altijd een grote groep mensen buiten beeld.” Niet dat het halveren van armoede voor 2030 een makkelijke taak is. Toch is Van Gerven optimistisch: “Ik geloof er sterk in dat dit kan. Welke serieuze pogingen hebben we nu echt gedaan om het aantal huishoudens dat in armoede leeft omlaag te krijgen? De SDG agenda geeft ons deze ambitie en die moeten we benutten. Ik zal er dan ook voor zorgen dat zodra die armoede agenda er eenmaal ligt, het ook echt gebeurt.”

Pin It on Pinterest