Duurzame doelen stellen is goed, maar doelen behalen is nog beter. Toch is dat soms best lastig. Waar begin je? En hoe houd je het vol? Zero waster Jessie Kroon (23) laat je zien hoe je, zonder moedeloos of gillend gek te worden, zelf kunt bijdragen aan het behalen van de Duurzame Ontwikkelingdoelen. In dit artikel laat Jessie zien waarom er nog (te) weinig aan klimaatverandering wordt gedaan.

 

BLOGSERIE – “Wat doet iedereen toch eigenlijk moeilijk over twee simpele graden? Bij temperatuurverandering van 22 naar 20 graden trek ik niet ineens een dik vest en winterlaarzen uit de kast toch?” Nee, was dat maar zo; dan waren we waarschijnlijk minder aan het babbelen en meer aan het doen. Hoezo is dat eigenlijk?

Ik snapte niet waarom iedereen zo moeilijk deed over de Tweegradengrens. Totdat ik de gevolgen ontdekte, zoals je kunt lezen in het 13e Duurzame Ontwikkelingsdoel. Droogte, overstromingen, extreme stormen, smeltende ijskappen… het is nogal wat. Maar waarom lijkt het er dan op dat we deze eeuw nog de drie (!) gradengrens gaan overschrijden? En hoe kunnen we dat voorkomen?

De verhitte discussie omtrent graden

Tussen 1880 en 2012 is de gemiddelde temperatuur op aarde zo’n 0,85 graden Celsius gestegen, aldus de Verenigde Naties. Dit lijkt weinig, maar iedere graden temperatuurstijging zorgt voor 5% (ong. 40 megaton per jaar) minder graanopbrengst. Daarnaast warmen oceanen op, stijgt de zeespiegel (met 19 cm tussen 1901 en 2010 en naar verwachting 24 tot 30 cm extra in 2064) en verdwijnt landijs (meer dan een miljoen km2 per decennium). Met onze huidige CO2-uitstoot, die sinds 1990 al meer dan vijftig procent is gestegen lijkt de grensoverschrijding van twee graden heel dichtbij. Dit heeft enorme gevolgen: in 2100 kan het in Rotterdam bijvoorbeeld gemiddeld 25,7 graden zijn; net zoveel als nu in Barcelona. Lekker? Niet als je bedenkt dat dit heftige zomerstormen als gevolg heeft, die een gevaar zijn voor onze watervoorraden, publieke gezondheid en vervoerssystemen. En dan heb ik het nog niet eens over de hittegolven, die de lucht vergiftigen. Niet echt heel fijn dus, maar waarom doen we dan nog niet (genoeg) aan preventie?

The age of sustainababble

Zoals mijn lerares Sustainable Development aan SciencesPo zei: “Today we live in the age of sustainababble’. Wanneer het leger en banken ook over duurzaamheid gaan praten weet je dat het serieus wordt, maar zolang het bij praten blijft, en kopstukken als Donald Trump het Klimaatakkoord niet ondertekenen, weet je ook dat er nog niet veel gaat veranderen.

Voorkomen of genezen?

We hebben momenteel twee opties, maar weten niet voor welke we kiezen: mitigatie en adaptatie. Bij mitigatie pak je de uitdagingen bij de bron aan: vervang bijvoorbeeld fossiele brandstoffen voor hernieuwbare energie. Zorg voor een goed openbaar vervoersysteem, efficiënte gebouwen, goede recycling, restaureer de natuurlijke moerasgebieden die als buffer dienen voor overstromingen, verminder ontbossing, en composteer organisch afval. Heel leuk, maar niet zo makkelijk als je denkt: mitigatie vraagt om een langetermijnvisie en (relatief) hoge kosten in de beginfase. Ondanks dat is

aangetoond dat er ook korte-termijnvoordelen zijn (bijvoorbeeld een betere volksgezondheid door een schonere lucht), wachten veel overheden en industrieën liever nog even af, waardoor ze vanzelf gedwongen worden voor de tweede optie te kiezen: adaptatie. Hierbij neem je als het ware de gevolgen voor lief en ga je kijken hoe je op de nieuwe situatie in kunt spelen. Denk aan het gebruiken van kunstmest of kunstsneeuw, het verplaatsen van skioorden naar hogere gebieden (omdat het ijs in de lagere gebieden gesmolten is), het veranderen van zaai- en oogstperioden, het in de lucht spuiten van chemicaliën om kunstmatig regen op te wekken, en het aanpassen van de infrastructuur op de verhoogde temperatuur en overstromingen.

Wat kies jij? Ga aan de slag!

Gek toch, dat we eigenlijk heel veel oplossingen hebben, maar toch aan het afwachten zijn? Dat dacht ik ook! Daarom ga ik nu alvast aan de slag; met mijn eigen mitigatie. Want, zoals mijn lerares zei: ‘Emission anywhere, has impact everywhere’. Zo komt mijn energie van een hernieuwbare bron, heb ik geen auto maar een treinabonnement, composteer ik mijn afval en vermijd ik het kopen van palmolie en vlees (verantwoordelijk voor heel veel ontbossing en CO2-uitstoot). Benieuwd hoe mijn consumptiepatroon, garderobe, mijn watergebruik, boodschappenmandje of tas eruitziet? Lees dan ook even mijn andere blogs!

 

Foto´s: joeritaelman.com

Pin It on Pinterest